Wat Pho is de oudste en grootste tempel van Bangkok en het voornaamste centrum voor openbaar onderwijs van Thailand.
De absolute toeristische trekpleister is zeker de 46 meter lange liggende Boeddha, maar wij namen ook de tijd om de rest van het complex te bezoeken.
Vandaag is het wel uitzonderlijk warm en dan is het wel fijn dat je met je inkomticket een flesje fris water kan afhalen.
En ons ticket heeft ook recht op een gratis uurtje wifi. We houden onze inlogcodes bij zodat we morgen op de luchthaven even on line kunnen gaan. Bloggen, mails checken en Facebooken en voor de kinderen is dat dan meestal Snapchatten.
Maand: juli 2014
Wat Arun
Woensdag 30 juli. Onze laatste volledige dag in Bangkok. Morgen vertrekken we naar Hong Kong.
Maar voor vandaag had Ruben nog één en ander voorbereid in Bangkok en was hij onze gids bij een bezoek aan Wat Arun en Wat Pho.
Gisterenavond had hij wat gelezen in de reisgids en met een klein spiekbriefje in de hand vertelde hij ons over de tempel, de Chinese wachters en de acht ingangen van Wat Arun.
En we kwamen ook te weten dat de tempel werd afgewerkt met Chinees porselein.
Nog meer watervallen
Doi Inthanon
Nooit gedacht dat we onze truien nog zouden nodig hebben hier in het warme Thailand. Maandag 28 juli reisden we naar de Doi Inthanon, de hoogste berg van Thailand. En op 2565 meter hoogte was het niet alleen koud, maar ook mistig en regenachtig.
Maar als je alle andere dagen kan genieten van mooi weer, dan hoor je ons zeker niet klagen.
Een stukje paradijs op aarde
In tegenstelling tot Chiang Mai is het hier in Mae Hong Son uitzonderlijk rustig. En opnieuw hebben de kinderen een zwembad helemaal voor hen alleen.
We verblijven opnieuw in hutjes. Deze keer wel met elektriciteit en warm water.
En ’s nachts horen we enkel die typische jungle-geluiden. En overal gekko’s, zelfs in onze badkamer 😉
Langnekken
Die zondag waren wij zowat de enige toeristen daar in de bergen. We zaten heel dicht bij de grens van Myanmar en bezochten een dorpje waar langnekken wonen.
De tocht naar het dorp deden we met de boot.
In het dorp zelf kregen we de nodige uitleg over de “Giraf Women”. En die ringen waren best zwaar.
Op onze terugweg hadden we even panne met de boot. Gelukkig niet al te erg, maar toch spannend.
Tham Lot
Op onze 10de dag Thailand stond een lange rit gepland in het noordwesten. Een tocht langs smalle kronkelende bergwegen.
Onze eerste stop was iets ten noorden van Soppong. We bezochten Tham Lot, één van de grootste grottenstelsels in Zuidoost-Azië. Spelonken met indrukwekkende stalactieten en stalagmieten.
We kregen een gids mee, want de enorme onderaardse ravijn kan je niet zomaar op je eentje bezoeken. Gewapend met een petroleumlampje daalden we af in de ondergrondse rotsen.
De kinderen kochten ook wat vissenvoedsel. Aan de rots stroomt ook een rivier en de vissen kwamen bijna op het droge om het eten op te vangen. Een uitzonderlijke ervaring.
Onderweg
De was
Gisteren zagen we eerder per toeval een bordje staan met de tekst: “Laundry 40 baht/kilo”. Na een dikke week hebben we wel al wat kilo’s vuile was. Een goedgevulde zak met 5 kilo vuile was.
Vandaag de was afgehaald. Allemaal kraaknet en mooi gestreken. Voor amper 5 euro.
En de zwembroek van Ruben is ook perfect hersteld. De naad was losgekomen tijdens het glijden op de rotsen aan de waterval.
Doi Suthep
We proberen ook deze keer te zorgen voor de nodige afwisseling tijdens onze rondreis. Natuur, waterpret maar ook cultuur. Zorgen dat ook onze kinderen met een open geest door het leven kunnen gaan met respect voor andere culturen en godsdiensten.
Op een uurtje rijden van Chiang Mai ligt de Doi Suthep, een dichtbeboste berg. Vlakbij de 1601 meter hoge top staat Wat Phra That Doi Suthep, een van de meest vereerde boeddhistische heiligdommen in Noord-Thailand.
En we hebben ook deze keer geluk met onze gids. Hij woonde een maand in Rotterdam, volgde 50 uren Nederlandse les en doet zijn uiterste best om ons rond te leiden in het nederlands.
De trap naar de tempel telt 306 treden. Het is niet té warm en we halen allemaal zonder veel moeite de top.
Hmong
In Noord-Thailand leven er verschillende groepen van bergbewoners. De Hmong is er één van. Wij bezochten het dorp en het schooltje van dit seminomadische volk.
Vooral ons onverwachts bezoek aan het schooltje was bijzonder. Het viel ons op hoe dankbaar en flink de kinderen waren. Misschien wel omdat ze dan tijdens de speeltijd elk een zakje chips krijgen.
Trein
Als je iets wil zien van een land, moet je soms een stukje reizen. Dat kan met een binnenlandse vlucht of – als het iets economischer kan – met het openbaar vervoer.
Op donderdag 24 juli maakten we een treinrit van bijna 10 uur. Het ideale moment om wat uit te rusten, een goed boek te lezen en te genieten van het landschap.
Van ons hotel naar het station met de tuktuk.
In het station werd een dief achterna gezeten. Voor onze voeten smeet hij een zak lege flesjes heel hard op de grond. Glasscherven overal in het rond.
Jana was heel hard geschrokken. Gelukkig hebben we geen scherven op ons gekregen. Net niet eigenlijk. Je moet soms een beetje geluk hebben.
De treinrit zelf verliep verder zonder problemen. Alleen het eten mocht iets minder pikant. Indische curry met rijst en kip. Maar de curry was eigenlijk niet te eten.
Rond 8 uur ’s avonds kwamen we aan in Chiang Mai, ongeveer 700 kilometer ten noorden van Bangkok.
Chiang Mai is de tweede grootste stad van het land. Best gezellig zo op het eerste gezicht.
’s Avonds nog een snelle hap bij een Nederlander recht tegenover het hotel.
Lekkel
Vanaf dag één werd duidelijk dat het hier enorm lekker eten is. Gebakken rijst, bami, paksoi, garnalen,…
In Bangkok aten we in een plaatselijk restaurant voor 6 euro, frisdrank inbegrepen. 6 euro voor 4 personen.
Op de toeristische plaatsen en winkelcentra is het wel wat duurder, maar nog steeds een stuk goedkoper dan bij ons.
Omdat we nogal veel uitstappen doen die een hele dag duren, is de lunch vaak inbegrepen. Die lunch is dan altijd in iets kleinere, plaatselijke restaurants.
En dan doen ze hun uiterste best om voor ons iets lekkers te maken. Met veel liefde gemaakt altijd. En soms ook wel een beetje speciaal.
In Ayutthaya bijvoorbeeld. Super lekker opnieuw en ook een merkwaardig dessert. Een soort lichtgroene pannenkoek gevuld met iets dat naar suikerspin smaakt.
Toen we ’s avonds buiten rondliepen, werd duidelijk dat lange suikerdraden hier de plaatselijke specialiteit zijn.
We zagen hoe een soort plakkerige suikerstroop vakkundig werd omgetoverd tot lange lekkere suikerdraden.
Ayutthaya
Het was een paar uur rijden naar Ayutthaya, een oude stad gesticht in de 14e eeuw. Ooit was het hier allemaal pracht en praal, maar tegen het einde van de 18e eeuw brachten de Birmezen de stad ten val en trad het verval in.
Nu vind je hier massa’s ruïnes van de oude stad tussen de gebouwen van het huidige Ayutthaya.
Oude tempels, ooit helemaal in het wit en met goud.
De brug over de Khwae Yai
De eerste spoorbrug over de Khwae Yai was van hout en werd gebouwd door geallieerde krijgsgevangenen en Aziatische dwangarbeiders. In 1943 werd er een ijzeren brug gebouwd, die vanaf 1944 herhaaldelijk werd gebombardeerd door de Amerikaanse luchtmacht.
In 1945 werd de brug buiten bedrijf gesteld.
Na de oorlog werd de beruchte spoorbrug onsterfelijk gemaakt in David Leans film The Bridge on The river Kwai (1957).
Wij bezochten de brug ’s morgens vroeg.
Net als in de rest van Thailand ook hier weinig toeristen. Eerder dit jaar was er onrust in Thailand en betogingen en protesten in Bangkok waardoor heel wat toeristen het land vermijden. En dat merk je hier zeer goed. Heel weinig Europese toeristen.
Maar van onrust hebben wij hier gelukkig nog niets gemerkt.